Ik kan je kind helpen bij problemen op onderstaande leergebieden
Lezen
Problemen met het technisch lezen: leesachterstand
Bij aanvang van groep 3 gaan de kinderen letters leren. In de eerste helft van het schooljaar leren ze alle letters. Rond Kerst kunnen de meeste kinderen al gemakkelijke boekjes lezen. Daarna gaat het leestempo steeds meer omhoog. Er zijn echter genoeg kinderen waarbij het lezen minder makkelijk en snel gaat. Zij kunnen het tempo van school niet goed bijhouden. Deze kinderen hebben een leesachterstand, maar dit betekent niet dat ze altijd dyslexie hebben.
Merk je dat je kind na het aanleren van de eerste 4-5 letters al moeilijkheden begint te krijgen….. Heeft je kind moeite met het “hakken” en “plakken” van de letters/klanken en weet je als ouder niet goed hoe je je kind hierbij kunt helpen? Of merk je op dat je kind niet graag leest…. Het lezen lukt wel, het gaat wat traag, maar op school zijn er verder geen alarmbellen die afgaan.
Neem contact op met LeerPret! Ik help je kind graag op speelse wijze verder met lezen. Door middel van leesspelletjes proberen we het lezen leuk te maken én naar een hoger niveau te tillen. Ook als je kind nog niet alle letters heeft geleerd kan ik hulp bieden.
Spelling
Problemen met lezen en spelling staan vaak met elkaar in verband. Een kind kan echter ook moeite met spelling hebben (spellingsachterstand), zónder dat er problemen met lezen zijn. Bij spelling kan een kind moeite hebben op een bepaald niveau. Je kind heeft bijvoorbeeld moeite met luisterwoorden. Ook wel hoorwoorden genoemd. Deze woorden schrijf je op zoals je ze hoort bv. “stil”, “spreuk”, “fietsbel”.
Daarnaast bestaan er regelwoorden. Je hebt een regel nodig om te weten hoe je deze woorden schrijft. Dit zijn woorden als “hond” (schrijf ik nu een /d/ of een /t/ aan het einde?) of “bakker” (schrijf ik dat nu met 1x /k/ ‘baker” of met 2x /kk/ “bakker”?).
Ook zijn er onthoudwoorden/weetwoorden. Bij deze woorden is er geen regel, je moet ze echt proberen te onthouden. Denk aan woorden met ou(w)/au(w) (bv. is het “pauw” of “pouw”?) en woorden met ei/ij (bv. is het “rijk” of “reik”?). In de bovenbouw komen de leenwoorden aan bod (Engelse/ Duitse/ Franse leenwoorden, denk bv. aan “e-mail”, “schnitzel”, “douche”).
Als laatste hebben we nog de werkwoordspelling: dit zijn vervoegingen in de tegenwoordige tijd, de verleden tijd en het voltooid deelwoord (bv. kneden: ik kneed – kneed jij? – hij kneedt – wij kneden – zij kneedde – wij hebben gekneed).
In groep 4 gaan de kinderen bij spelling naast luisterwoorden ook leren over regelwoorden en onthoudwoorden. Vanaf groep 5 wordt dit steeds verder uitgebreid. Bij aanvang lukt dit de meeste kinderen nog wel, maar na een tijdje kan het voor sommige kinderen toch een hele opgave worden om al die verschillende letters en woorden uit elkaar te houden.
Blijft je kind moeite houden met het schrijven van bepaalde letters? Blijft je kind de letters steeds met elkaar verwisselen (bv. /eu/-/ui/, /ie/-/ei/, /n/-/ng/-/nk/)? Heeft je kind nog steeds geen idee hoe verenkelen/verdubbelen nou werkt (“takken” of “taken”, “weten” of wetten”?) of begrijpt je kind die lastige regel van de werkwoordspelling niet (“hij word” of “hij wordt”, ‘hij antwoorde” of “hij antwoordde”?)? Lukt het als ouder ook niet om het je kind duidelijk te maken? Laat hem/haar dan een aantal weken naar LeerPret komen. We gaan samen op spelende wijze inoefenen en automatiseren.
Rekenen
Problemen met rekenen: rekenachterstand
Bij een rekenachterstand kan een kind moeite hebben op een bepaald niveau of bij een bepaald onderdeel van rekenen. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Het kind begrijpt de uitleg van de leerkracht niet, het tempo in de klas ligt te hoog, het kind is geregeld afwezig geweest door ziekte en ligt hierdoor achter op de klas etc. Bij een rekenachterstand hoeft er geen sprake te zijn van dyscalculie.
Je kind heeft bijvoorbeeld moeite met getallenkennis/getalbegrip/rekentaal. Hierbij denken we aan rekenbegrippen (bv. veel, weinig, plus, min, splits, de helft), tellen/ doortellen/terugtellen, het ordenen van getallen/hoeveelheden (bv. van meer naar minder), de rangtelwoorden (eerste, tweede, derde ….), het plaatsen van getallen op een getallenlijn, getallen splitsen in T en E, getallenreeksen afmaken etc.
Daarnaast kunnen er moeilijkheden zijn met hoofdrekenen/bewerkingen. Hieronder vallen alle bewerkingen die je kunt maken bv. optellen, aftrekken, splitsen, vermenigvuldigen en delen
(Bv. “4 + 8” , “168 + 199”, “9 680 – 390”, “4 x 9”, “23 x 50”, “81 : 9” of “0.9 : 9”).
Ook verhaaltjessommen/redactiesommen kunnen lastig zijn. Dit zijn korte rekenverhaaltjes waarbij het kind zelf de som uit het verhaaltje moet halen (Bv. “In de klas van Stan zitten 13 jongens en 12 meisjes. 1/5 van de kinderen komt elke dag met de fiets naar school. Hoeveel kinderen zullen er vandaag met de fiets naar school gaan?”).
Je kind kan ook moeite hebben met meten: de klok (analoog en digitaal), tijd en tijdsduur, gewichts-, lengte- en inhoudsmaten (g/kg, m/dm/cm, ml/dl/l).
Merk je dat je kind moeite heeft met de klok (analoog en/of digitaal)? Of lukt het maar niet om die vervelende maal- en deeltafels (keersommen en deelsommen) uit het hoofd te leren? Vindt je kind het lastig om te rekenen met breuken, kommagetallen of procenten? Blijven de verhaaltjessommen een echt struikelblok? Ik neem je kind mee terug naar de basis en samen gaan we op een spelende manier aan de slag.
Begrijpend lezen
Begrijpend lezen is de basis voor vrijwel alle schoolvakken. Wanneer je een tekst technisch kunt lezen is het daarna van groot belang dat je ook begrijpt wat je leest. In vrijwel alle vakken op school heb je taal nodig. Zelfs bij rekenen is het nodig om taal goed te begrijpen, denk maar aan rekenbegrippen (bv. meer, minder, verdeel, splits) of het maken van verhaaltjessommen. Sommige kinderen kunnen technisch goed lezen (hun tempo is goed, ze lezen niet veel fouten), maar hebben wel moeite met het begrijpend lezen.
Vanaf groep 4 wordt het begrijpend lezen steeds belangrijker. Kinderen gaan teksten lezen met begrip en moeten daarna vragen beantwoorden over deze tekst. Ze voeren bepaalde leesstrategieën uit: bv. bepalen van het thema van de tekst, eigen kennis over het thema activeren, verwijswoorden koppelen (bv. “ze” = “de voetballers”, “zij” = de buurvrouw), informatie voorspellen, informatie afleiden uit de tekst. Ook functioneel lezen is van belang: het kind moet iets doen met de tekst of wilt een doel bereiken met het lezen van de tekst. Denk bijvoorbeeld aan de instructies van een spel lezen om daarna het spel te kunnen spelen, het lezen van een recept als je bijvoorbeeld iets wilt koken/bakken…. Haalt je kind lage cijfers op de toetsen voor Begrijpend Lezen. Dit kunnen we samen oefenen!
Alle teksten de baas!
Alle teksten de baas! is ontwikkeld door Cindy Cornelisse. Veel kinderen hebben moeite met het doorgronden van teksten. Door het volgen van 6 simpele stappen krijgen leerlingen overzicht en inzicht in teksten bij begrijpend lezen. Ze leren hoe ze door saaie lange teksten kunnen komen en deze te begrijpen en te onthouden. De kinderen krijgen meer inzicht in de tekst door met kleuren te werken. Ze leren op verschillende manieren de tekst te verwerken (mindmap, sorteertaak enz.). Ook wordt aandacht besteed aan hoe je hersenen leren, hoe je ogen lezen en hoe je dit kan combineren.
Na het volgen van deze training kan ik de lessen nu ook aanbieden binnen LeerPret – praktijk voor bijles in Heerlen.
Voor wie?
Geschikt voor kinderen van groep 5 t/m groep 8!
Hoe en wat?
In 10-12 individuele lessen van 45 minuten leert een kind een tekst te overzien, verschillende leesstrategieën toe te passen, vragen te maken bij een tekst en nog veel meer.
Het is ook mogelijk om de training in tweetallen te volgen (duo-training).
Kosten?
De kosten voor de individuele training zijn € 45 per les van 45 minuten (incl. materiaal).
Voor een duo-training (2 kinderen) bedragen de kosten per kind €30 per les van 45 minuten (incl. materiaal).
Voor verdere informatie, zie de website Begrijpend Lezen – Alle teksten de Baas.
Taal
Het kan zijn dat je kind moeite heeft met het vak “taal” op school. Je kind begrijpt bijvoorbeeld het verschil niet tussen “het onderwerp” of “de persoonsvorm” in een zin. Vanaf groep 4 krijgen kinderen geleerd wat een lidwoord is, wat een zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord is.
Bij LeerPret kunnen we werken aan onderstaande zaken:
- Woordsoorten:
lidwoorden, voorzetsels, werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandige naamwoorden, persoonlijke/bezittelijke voornaamwoorden - Woordvorming:
meervouden, verkleinwoorden, trappen van vergelijking - Werkwoorden:
onderwerp en persoonsvorm, sterke en zwakke werkwoorden, tegenwoordige tijd en verleden tijd
Heeft je kind hier moeite mee? Ik help graag mee!