Rekenen

Problemen met rekenen: rekenachterstand

Bij een rekenachterstand kan een kind moeite hebben op een bepaald niveau of bij een bepaald onderdeel van rekenen. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Het kind begrijpt de uitleg van de leerkracht niet, het tempo in de klas ligt te hoog, het kind is geregeld afwezig geweest door ziekte en ligt hierdoor achter op de klas etc. Bij een rekenachterstand hoeft er geen sprake te zijn van dyscalculie.

Je kind heeft bijvoorbeeld moeite met getallenkennis/getalbegrip/rekentaal. Hierbij denken we aan rekenbegrippen (bv. veel, weinig, plus, min, splits, de helft), tellen/ doortellen/terugtellen, het ordenen van getallen/hoeveelheden (bv. van meer naar minder), de rangtelwoorden (eerste, tweede, derde ….), het plaatsen van getallen op een getallenlijn, getallen splitsen in T en E, getallenreeksen afmaken etc.

Daarnaast kunnen er moeilijkheden zijn met hoofdrekenen/bewerkingen. Hieronder vallen alle bewerkingen die je kunt maken bv. optellen, aftrekken, splitsen, vermenigvuldigen en delen
(Bv. “4 + 8” , “168 + 199”, “9 680 – 390”, “4 x 9”, “23  x 50”, “81 : 9” of “0.9 : 9”).

Ook verhaaltjessommen/redactiesommen kunnen lastig zijn. Dit zijn korte rekenverhaaltjes waarbij het kind zelf de som uit het verhaaltje moet halen (Bv. “In de klas van Stan zitten 13 jongens en 12 meisjes. 1/5 van de kinderen komt elke dag met de fiets naar school. Hoeveel kinderen zullen er vandaag met de fiets naar school gaan?”).

Je kind kan ook moeite hebben met meten: de klok (analoog en digitaal), tijd en tijdsduur, gewichts-, lengte- en inhoudsmaten (g/kg, m/dm/cm, ml/dl/l).


Merk je dat je kind moeite heeft met de klok (analoog en/of digitaal)? Of lukt het maar niet om die vervelende maal- en deeltafels (keersommen en deelsommen) uit het hoofd te leren? Vindt je kind het lastig om te rekenen met breuken, kommagetallen of procenten? Blijven de verhaaltjessommen een echt struikelblok? Ik neem je kind mee terug naar de basis en samen gaan we op een spelende manier aan de slag.